Reactie RB Pakket Belastingplan 2026
Door het demissionaire karakter van het kabinet is het pakket bovendien vrij beleidsarm.
Het RB waarschuwt Kamerleden ervoor om geen onverantwoorde, ad hoc-wijzigingen in het pakket aan te brengen, omdat hiermee het risico toeneemt dat wijzigingen weer teruggedraaid moeten worden — zoals in 2024 is gebeurd.
Desondanks vraagt het RB wel expliciet aandacht voor een aantal technische punten.
Zo is er kritiek op het voorstel voor fiscale normering van de markt voor personenvervoer met voertuigen. De nieuwe pseudo-eindheffing voor niet-emissievrije auto’s vanaf 2027 — een werkgeversheffing van 12% op de cataloguswaarde — leidt tot een lastenverzwaring voor werkgevers, terwijl het voor hen niet altijd mogelijk is om werknemers op elektrische auto’s over te laten stappen. Dit kan bovendien bestaande leasecontracten onder druk zetten. Het RB signaleert daarnaast dat de nieuwe definities voor woon-werkverkeer en youngtimer afwijken van de bestaande, wat onnodig verwarrend en foutgevoelig is. Consistentie in gehanteerde definities wordt daarom dringend aanbevolen.
Ongelijke delen huwelijksgoederengemeenschap
Ook het voorstel om constructies met ongelijke breukdelen in huwelijksgoederengemeenschappen aan te pakken gaat volgens het RB te ver. Het RB vraagt het kabinet om eerdere adviezen te volgen: beperk de maatregel tot daadwerkelijke vermenging van bezittingen, maak uitzonderingen voor niet-fiscale constructies en voor legitieme porties van kinderen, en voer de regels pas vanaf 1 januari 2026 in — dus zonder terugwerkende kracht naar Prinsjesdag. Verder stelt het RB dat bij het einde van de goederengemeenschap op fictief verkregen ondernemingsvermogen of aanmerkelijkbelangaandelen de bedrijfsopvolgingsfaciliteit moet blijven gelden.
Wij willen je graag goed informeren. Mocht je daarom nog vragen hebben, neem dan gerust contact met ons op.
Bron: RB, 01-10-2025.